weeskinderen Grutter
weeskinderen Grutter,
Voogden: Leendert Vergoes en Jacob Tijmensz,
, -
ORA-184-3214A031; 12-04-1697
-
ORA-184-3195A006; 24-10-1697
-
ORA-184-3195; A453; 10-07-1699.- Vader:
Gerrit Jacobsz Grutter, zn. van Jacob Gerritsz Grutter en Aeltje Lamberts ,
geb. in 1674 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1689-74,
ovl. in 1696 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1697-45,
, -
GERRIT JACOBSZ GRUTTER
Huizen Koptienden (1689-74 1697-45):
1689-74: v. Cornelis Jacobsz Schram 1 Spt 2 cop 1/2
1691-64: v. Pieter Jacobsz Grutter 5 cop 1/4
- Situatie: 1 Spt 7 cop 3/4
1693-64: v. Lambert Cornelisz Smit 5 cop 1/4
- Situatie: 2 Spt 5 cop
1695-70: op Meeuwis Gijsbertsz Backer: 4 cop
- Situatie: 2 Spt 1 cop
- Afgezet op onbekende 5 cop 1/2
1695-64: Situatie: 1 Spt 3 cop 1/2
- op Volcken Isacksz 4 cop
- op Jacob Sijbrantsz Man 4 cop
Situatie: 3 cop 1/2
1697-45: op Lambert Gijsbertsz Vos 3 cop 1/2
-
ORA-184-3214A028A; 01-11-1694: Gerrit Jacobsz Comin en Jacob Gijsbertsz Gleijn schepenen tot Huijsen. Gerrit Jacobsz Grutter, te kennen gevende dat Gerrit Jansz d'Oude soo voor sigh selve, als oock hem sterck makende ende rato caverende voor de
verdere mede erffgenamen van sijn moeder Claesje Gerrits saliger op huijden aen hem comprt hadde getransporteert seecker huijs, schuijr, grutterije, en landerijen staende @ gelegen binnen en onder de Jurisdictie van desen dorpe onder voorwaarde
dat Pieter Jacobsz Schoe als getrouwt hebbende Harmpje Jacobs uijt craghte van seeckere acte van bewijs bij Jacob Gerritsz Grutter ten behoeve van deselve Harmpje Jacobs in voldoeninge van haer moeders goet gepasseert, en nog niet geheel
betaalt is
-
ORA-184-3175; 15-03-1696: Tot voogden over de kinderen van Gerrit Jacobsz Grutter werden gestelt Leendert Vergoes en Jacob Tijmensz
-
ORA-184-3214A031; 12-04-1697: Leendert Vergoes en Jacob Tijmensz als voogden over de nagelaten weeskinderen van Gerrit Jacobsz Grutter en Leeuwtien Carstens in leven echteluijden, en Jacob Gerritsz Grutter grootvader van de voorn. kinderen ter
andere zijde, dat laatste comparant gerechtigd meent te zijn tot de ontvangst zijn leven lang van f 100,-/jaar die zijn zoon, en na zijn dood, tot f 60,-/jaar op basis van een zeker recht op seecker huijs en grutterijen bij deselve Gerrit
Jacobsz en Leeuwtien Carstens in haar leven bewoont
-
ORA-184-3195A006; 24-10-1697: Leendert Vergoes ende Jacob Tijmensz als voogden over de nagelaten minderjarige kinderen en erffgenamen van Gerrit Jacobsz (Grutter) en Leeuwtie Carstens in Leven egte Luijden alhier, mitsgaders Jacob Gerritsz
Grutter voor soo veel het ? dewelcke verclaerde publijck vercogt te hebben aen Lambert Killewig Schout deses dorps seecker huijs hoff schuijr en grut molen met alle soodanige geregtigheden als deselve is hebbende ende bij de voorn de voorn:
Jacob Gerritsz (Grutter) ende Gerrit Jacobsz Grutter beseten is. Item een mastaende moolen ende alle gereet schaeppen enz. voorsz: grut moolen en nastaende moolen specterende sijjn staende ende gelegen binnen desen dorpe naest Gerrit Tijmensz
Doorn ten suijden en den voorn: Cooper ten Noorden voor f 3.925
-
ORA-184-3195; A453; 10-07-1699: Hendrick Gerritsz Snijder bekende schuldigh te wesen aan Jacob Tijmensz en Leendert Vergoes als vooghden over de nagelaten weeskinderen van Gerrit Jacobsz Grutter een som van f 1.000 daer voor verbindende
specialijk seecker huijs en erve gelegen alhier belent Claas Gijsbertsz Bout ten suijden en Jacob Tijmensz ten oosten, diverse stukken land. Item 2 schepel gelegen in 't loo naast Lambert Claasz Prins ten westen,
relatie.
>